Beenlengteverschil
Bij een beenlengteverschil is de afstand tussen bekken en enkels in de benen verschillend. De helft van alle volwassenen heeft een beenlengteverschil. Een beenlengteverschil kan aangeboren zijn (ongelijke lengte of ongelijke vorm van het been). Een groeistoornis of botbreuk kan ook de oorzaak zijn.
Klachten
Een beenlengteverschil hoeft geen klachten te veroorzaken. Het lichaam zal proberen de scheefstand zelf te compenseren. Hierdoor kan een bekken-scheefstand en een asymmetrische opbouw van de wervelkolom (scoliose) ontstaan. Dit kan weer rug-, nek- en schouderklachten veroorzaken. De meest voorkomende klacht is pijn onder in de rug. Pijnklachten in de heup en de knie aan de zijde van het langste been komen veelvuldig voor. Het langste been draagt het meeste gewicht en raakt overbelast. Op de lange termijn kan beenlengteverschil artrose in de heup veroorzaken.
Behandeling
Een podotherapeut of fysiotherapeut onderzoekt een beenlengteverschil. De therapeut bekijkt het beenlengteverschil in zit-, lig- en sta-stand. Het onderzoek wijst uit of het beenlengteverschil structureel is of de oorzaak een bekkenkanteling is. In eerste instantie vindt door oefeningen de behandeling plaats. Bij blijvende klachten na een behandeling is een hakverhoging het advies. Een hakverhoging is in de schoen of in een Zlippo slipper of sandaal verwerkt.
De oplossing
Bij confectie slippers is correctie of een hakverhoging vaak niet mogelijk. Bij de slippers en sandalen van Zlippo zijn er vele correctiemogelijkheden voor beenlengteverschillen. Een correctie voor een beenlengteverschil gaat vaak samen met een andere correctie. Wilt u zich laten informeren over de mogelijkheden voor u? Vraag het een podotherapeut of podoloog bij u in de buurt.